WO II

Veeningen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De bedoeling van deze pagina is dat er een groeiend aantal verhalen te lezen zijn die betrekking hebben op Veeningen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Iedereen die iets te vertellen heeft over deze periode wordt van harte uitgenodigd hieraan bij te dragen. De jongere generatie wordt gevraagd opa's, oma's, ouders, buren en kennissen te inspireren hun verhaal te doen en dat aan de web site van Veeningen door te geven.


P38 jager neergestort nabij Veeningen

Het eerste verhaal heeft betrekking op een Amerikaanse P38 jager die tijdens een luchtaanval op het vliegveld Havelte door afweergeschut is geraakt en daarna is neergestort in de buurt van Veeningen. Het is een citaat uit "Sporen aan de Hemel", geschreven door A. Jansen:

Bij een boerderij aan de Meppelerweg te Veeningen (gem. Zuidwolde) was de toen elfjarige Harm Dragt aan het spelen; Hij herinnert zich de gebeurtenissen op die dag nog heel goed. "Er gingen ontzettend veel vliegtuigen over", vertelt hij. "Ze vlogen in de richting van Duitsland - bommenwerpers, geëscorteerd door jagers. Dat was niets buitengewoons, want er gingen eigenlijk dagelijks vliegtuigen over. 's Middags kwamen ze terug en ik weet nog dat het toen in de lucht vrij rumoerig was. Het was licht bewolkt. Er cirkelden jagers rond en iedere keer hoorde je schieten. Op een gegeven moment zag ik uit het noordoosten een vliegtuig naderen dat in brand stond. Eerst dacht ik dat het wilde neerstrijken op een stuk land achter onze boerderij. Maar op een gegeven moment zwenkte het naar links en kwam regelrecht op ons huis af. Ik weet nog dat ik achter een hoop zand wegkroop, want ik dacht: Die komt bovenop onze boerderij terecht. Dat viel gelukkig mee, want het vliegtuig vloog hoger dan ik dacht. Ongeveer 100m. voor onze boerderij zag ik dat er iets uitviel; Er ging een parachute open die ook bijna direct op de grond terechtkwam. Het brandende toestel viel met een hevige klap ongeveer 50m. verder neer.

We - dat waren mijn vader en ik en enkele buren - gingen direct op weg er naar toe. Toen we tot op zo'n 50 meter genaderd waren, durfden we niet verder, omdat een aantal jagers over ons heen scheerde. We waren bang dat ze wel eens zouden kunnen gaan schieten. Toen zagen we dat de man die naast de parachute op de grond lag, naar de toestellen wuifde, blijkbaar te kennen gevend dat hij in leven was. Daarop gingen we naar hem toe. We moesten eerst door een wijk (een ongeveer zes meter brede sloot) waden voor we bij hem waren. Toen we bij hem waren aangekomen, drukte hij mij meteen een injectiespuit in de handen en beduidde me dat ik hem een injectie moest geven, iets wat ik natuurlijk niet kon en niet deed. Het enige dat ik van hem verstond was het woord "explosive" en hij gaf ons met gebaren te kennen dat we zoveel mogelijk dekking moesten zoek, omdat we dicht bij de brandende machine lagen, waarin telkens munitie explodeerde. We hebben hem daarna met z'n allen ongeveer dertig meter van het brandende wrak weggesleept. Dit alles had misschien maar vijf minuten geduurd, maar inmiddels kwam er natuurlijk al een stroom mensen op ons af. We konden de man dus niet ongezien wegkrijgen, wat bovendien moeilijk zou zijn geweest omdat al gauw bleek dat hij een been had gebroken. Weer vijf minuten later was ook de plaatselijke dokter aanwezig, die daar juist in de buurt was. De piloot (Colonel Turner, destijds Captain) vertelde me later hoe het hem verrast had dat ik die man zo gauw had opgescharreld, maar het was domweg toevallig dat de dokter daar juist in de buurt was.

Heel kort daarop verschenen ook de Duitsers, erg drukdoenerig, maar tegenover de gevangene gedroegen ze zich toch wel correct. Ik heb ook gezien dat Captain Turner aan zijn helpers, maar ook aan de Duitsers, een sigaret presenteerde. Toen de dokter hem verzorgd had (wat zeker een uur in beslag nam), werd hij op een ladder gelegd en naar een huis aan de verharde weg gebracht, waar hij op verder vervoer door de Duitsers moest wachten.

Later vertelde Turner dat hij vandaar naar Steenwijk werd vervoerd, waar hij een paar dagen werd verpleegd: Ze hadden hem daar ook willen doodschieten, maar dat was door een officier verhinderd. Van Steenwijk werd hij naar Leeuwarden vervoerd, waar hij drie weken met zijn been in een rekverband in het hospitaal heeft gelegen. Op een gegeven moment moest hij daar plotseling weg om naar Duitsland te worden getransporteerd*, waar hij opnieuw met zijn been in een rekverband zou moeten; Maar dat is nooit gebeurd. Vandaar dat het destijds gebroken been altijd iets korter is gebleven dan het andere, waardoor hij enigszins mank loopt.

Naderhand vernam ook de heer Dragt de ware toedracht van het gebeurde. Captain Hiram G. Turner Jr., die evenals Lt. Wallace tot het 434ste Squadron van de 479ste Fighter Group behoorde, had bommenwerpers geëscorteerd naar Duitsland; op de terugweg hadden ze van hun commandant toestemming gekregen voor "vrije vlucht", wat inhield dat ze alle vijandelijke doelen, óók op de grond, onder vuur mochten nemen. Al op de heenvlucht had Captain Turner het vliegveld Havelte opgemerkt, waar nogal wat Duitse vliegtuigen stonden en nu zouden zijn commandant en hij samen deze toestellen beschieten. Ze vlogen er daarom eerst overheen, keerden daarna terug en zouden juist aanvallen toen ze door het Duitse luchtafweergeschut werden verrast, waarbij beide toestellen werden getroffen en de commandant dodelijk verongelukte.

* Dit zal wel op of vlak na Dolle Dinsdag (5 september 1944) zijn geweest, toen de geallieerde landingen bij Nijmegen en Arnhem plaatsvonden.

Opmerkingen:

Ongetwijfeld is Wallace niet de commandant van Turner geweest. Hier zal dhr. Dragt iets niet goed begrepen hebben.

De P38 jager is neergestort in het Westerveld, achter Manege Veeningen aan de overkant van de Traandijk.